Zo sluit je zelf een UTP wandcontactdoos goed aan
Wil je een vaste internetverbinding maken in huis of op kantoor? Dan is een UTP wandcontactdoos een slimme oplossing. Het zorgt voor een betrouwbare verbinding zonder afhankelijk te zijn van wifi. Met de juiste uitleg kun je dit prima zelf doen. Hier lees je hoe je een UTP wandcontactdoos aansluit, welke kleurvolgorde je gebruikt, welk gereedschap je nodig hebt en waar je op moet letten om fouten te voorkomen.
Wat heb je nodig om een UTP wandcontactdoos te installeren
Voor je aan de slag gaat is het belangrijk om alles klaar te hebben liggen. Hieronder zie je wat je nodig hebt:
-
UTP kabel stug van het type cat5e, cat6 of Cat6a
-
UTP wandcontactdoos van dezelfde categorie als de kabel met lsa-aansluiting
-
Lsa tool ook wel punch down tool genoemd
-
Kabelstripper of scherp mesje
-
Kruiskopschroevendraaier
-
Netwerkkabel Tester om je werk te controleren
Zorg dat je de juiste categorie kabel gebruikt die past bij je netwerkapparatuur. Cat6 is een veilige keuze voor hogere snelheden tot duizend megabit of meer.
Oude wandcontactdoos verwijderen en kabels voorbereiden
Als je een bestaande wandcontactdoos vervangt, begin je met het verwijderen van de afdekplaat. Schroef daarna de sokkel los uit de inbouwdoos en trek de kabel voorzichtig los. Controleer de kabel op beschadigingen.
Strip vervolgens ongeveer vijf centimeter van de buitenmantel. Dit doe je met een kabelstripper of een scherp mes. Let op dat je de aders aan de binnenkant niet insnijdt. Laat de aderparen zoveel mogelijk gedraaid tot vlak bij de aansluiting, dat helpt storingen in het signaal te voorkomen.
De juiste volgorde van de aders gebruiken
Voor een stabiele aansluiting moet je de juiste kleurvolgorde gebruiken. Er zijn twee standaarden: T568A en T568B. In Nederland wordt meestal T568B gebruikt.
Bij T568B ziet de volgorde er zo uit:
-
wit oranje
-
oranje
-
wit groen
-
blauw
-
wit blauw
-
groen
-
wit bruin
-
bruin
In een utp wandcontactdoos kan de volgorde er anders uitzien, hanteer dan de B volgorde die op de sticker staat aan de binnenzijde van de wandcontactdoos.
Zorg ervoor dat je deze volgorde aanhoudt aan beide uiteinden van de kabel. Gebruik de lsa tool om de aders stevig in de juiste gleuven te drukken. De tang drukt de aders vast en snijd het uiteinde af.
Let goed op dat je de aders diep genoeg in de klemmen drukt. Een losse ader kan zorgen voor een slechte of wegvallende verbinding.
Wandcontactdoos monteren en afwerken
Zitten alle aders volgens de juiste volgorde stevig vast? Klik dan de aansluiting in de houder en plaats deze in de inbouwdoos. Schroef alles goed vast zodat het netjes en stevig blijft zitten.
Buig de kabel niet scherp en voorkom spanning op de aders. Werk rustig en zorg dat er genoeg ruimte overblijft achter de doos. Voor kleine inbouwdozen kun je kiezen voor een compacte of haakse uitvoering.
Plaats daarna de afdekplaat voor een nette afwerking.
Controleer of de aansluiting werkt
Gebruik een netwerktester om te controleren of alles goed is aangesloten. Sluit het testapparaat aan op beide uiteinden van de kabel. De lampjes geven aan of alle aders goed contact maken.
Heb je geen tester dan kun je tijdelijk een computer of laptop aansluiten. Als er een netwerkverbinding verschijnt weet je dat de volgorde van de aansluiting in orde is.
Geeft de tester of je apparaat geen goed signaal? Dan kan dat wijzen op:
-
Een verkeerde kleurvolgorde
-
Een ader die niet goed vastzit
-
Te ver losgemaakte twists in de kabel
-
Een beschadiging bij het strippen
Controleer dit rustig en werk alles opnieuw na als dat nodig is.
Veelvoorkomende fouten bij een utp wandcontactdoos aansluiten
Bij het aansluiten van een utp wandcontactdoos worden vaak dezelfde fouten gemaakt. Dit zijn de dingen waar je op moet letten:
-
Een verkeerde combinatie van T568A en T568B
-
Te kort strippen waardoor de aders trekken
-
Te lang strippen waardoor er storing kan ontstaan
-
Aders die niet diep genoeg zijn aangedrukt
-
Geen lsa tool gebruiken waardoor verbindingen los zitten
Gebruik altijd dezelfde kleurcode aan beide kanten van de kabel. Werk rustig en test altijd voordat je alles dichtschroeft.
Twee aansluitpunten maken met één kabel
Soms heb je maar één kabel liggen maar wil je toch twee netwerkpunten op dezelfde plek. Voor snelheden tot honderd megabit kun je een kabel opdelen in twee keer vier aders.
Verdeel de aders dan zo:
Poort 1
-
wit oranje
-
oranje
-
wit groen
-
groen
Poort 2
-
wit blauw
-
blauw
-
wit bruin
-
bruin
Let wel op dat dit niet geschikt is voor netwerken met hogere snelheden of voor toepassingen met stroom over de kabel zoals PoE. Dan heb je altijd acht aders nodig.
Stap voor stap utp wandcontactdoos aansluiten
-
Haal de oude contactdoos los of bereid de plek voor
-
Strip vijf centimeter van de buitenmantel van de utp kabel
-
Laat de aderparen zo veel mogelijk gedraaid
-
Kies kleurvolgorde T568B en sorteer de aders
-
Druk de aders met een lsa tool in de sleuven van de contactdoos
-
Controleer of alles goed vastzit en op de juiste plek zit
-
Plaats de contactdoos in de muur en schroef hem vast
-
Monteer de afdekplaat
-
Sluit een netwerktester aan of gebruik een computer om te controleren
-
Werkt het niet? Controleer de kleurvolgorde en de aansluitingen opnieuw
Tips om het netjes en goed te doen
Als je een UTP wandcontactdoos aansluit, wil je niet alleen dat het werkt, maar ook dat het netjes en duurzaam is uitgevoerd. Een veelgemaakte fout is het gebruiken van een schroevendraaier om de aders vast te drukken. Doe dit nooit. Gebruik altijd een lsa tool. Die zorgt ervoor dat de aders stevig én exact op de juiste diepte worden ingedrukt zonder dat je de klem beschadigt of de ader verschuift.
Let ook op hoe je de aders in de sleuven legt. Hoe dichter de twists van de aderparen bij de aansluiting blijven, hoe beter de signaalkwaliteit. Maak de twists pas los vlak voor het moment dat je de ader in de gleuf legt.
De kabel zelf mag niet onder spanning staan. Laat voldoende ruimte over in de inbouwdoos en voorkom scherpe bochten of knikken.
Test de aansluiting altijd voordat je alles dichtmaakt. Zo ontdek je snel of alles goed zit.
Tot slot maak je het geheel netjes af met een afdekplaat. Dit beschermt de aansluiting tegen stof en geeft het geheel een strakke, professionele uitstraling.